Verslag Drenthepad 2009 - Appelscha naar Beilen
Twee gevulde rugzakken en twee paar wandelschoenen staan midden in de huiskamer. Klaar om te vertrekken. Alleen de waterzakken moeten nog gevuld. Wat zou mijn rugzak eigenlijk wegen? Ik ga op de weegschaal staan en weeg mijzelf met een rugzak op en vervolgens mijzelf zonder rugzak. Een kleine rekensom zegt me dat mijn rugzak 20 kg weegt. Oef. Dat is meer dan ik had verwacht. En er moet nog water bij. Ook de andere rugzak weegt 20 kg. Dat wordt een pittige tocht.
Het is 29 april en we gaan vijf dagen wandelen als training voor onze tochten in Finland deze zomer. Het wordt een deel van het Drenthepad. We gebruiken hiervoor de gids van het Nivon. Zo hoeven we niet zelf een route te plannen en campings te zoeken. De voorbereiding op deze tocht is daarom minimaal. Het blijft tenslotte Nederland, dus de bewoonde wereld is niet ver.
Onze wandeling start in Appelscha aan het kanaal. Vanaf daar zullen we de route oppakken om over vijf dagen in Beilen bij de auto te eindigen. In onze rugzakken zitten een slaapzak, een matje, kookgerei en eten voor een dag of drie. Verder hebben we de nieuwe tent mee: een
tunnel met een ruime voortent van ongeveer 2,5 kg. Ook mijn rugzak is nieuw en hoewel ik in drie winkels alle rugzakken heb gepast en uiteindelijk voor deze heb gekozen, hoop ik dat vijf dagen wandelen met een nieuwe rugzak met 20 kg niet te zwaar wordt.
De eerste dag lopen we over het Aekingerzand, waar we over het stuifzand struinen en tussen de schapen eten. We verlaten het stuifzand en gaan verder door de boswachterij van Appelscha. De tocht gaat over kronkelige bospaden en langs vennen die bevolkt worden door vogels. Gedurende de hele dag komen we maar weinig mensen tegen. De mensen die we tegenkomen zijn vrijwel allemaal fietsers. Het is wennen om met mijn nieuwe rugzak te lopen, maar het valt me niet tegen. De heupband lijkt iets omhoog te kruipen, maar echt irritatie heb ik niet. Rond een uur of vier komen we bij het Staatsbosbeheerterrein Oude Willem. Het lijkt vol, maar voor wandelaars is altijd plek. We mogen op klein veldje achteraan staan. Als de tent staat, besluiten we om op het terras van het naastgelegen bungalowpark een biertje te drinken. Want hoewel we aan het trainen zijn voor een tocht in Finland, blijft het natuurlijk ook gewoon een vakantie.
De volgende ochtend start met de oversteek van een heideveld. Het is er stil en we hopen beiden op een ontmoeting met een ree. Waarschijnlijk hebben de reeën in de omgeving ons allang gehoord of geroken, want we zien geen enkel dier. De route volgt kronkelige paadjes door een prachtig bos. Dicht opeenstaande loofbomen en struiken geven me het gevoel dat ik in een eindeloze wildernis wandel. Deze wildernis is echter maar klein, want na een kilometer of vier komen we bij Diever aan. We halen er wat boodschappen en lunchen naast de kerk. Het Drenthepad volgt daarna een mooie route door het agrarische landschap. Het is warm in de zon, maar we lopen door. Bij Wittelte wijken we even van de route af om een oud-collega van Arjen te bezoeken. We bekijken de oude boerderij, drinken er wat en gaan dan weer verder om de dag te eindigen op een
camping met bar en terras. En wederom drinken we een biertje.
De derde dag wordt een pittige, want zelfs met een flinke afsteek aan het begin van de dag zullen we 20 kilometer lopen. Als we na de eerste kilometers in Uffelte aankomen, willen we daar boodschappen doen. Helaas blijkt Uffelte niet over een supermarkt te beschikken. Is er dan misschien een bakker? We hebben vooral brood nodig. Nee, ook een bakker is er niet. En een kruidenier evenmin. Voor levensmiddelen moet je naar Havelte. Vier kilometer verderop en bovendien de verkeerde kant op voor ons. Ach… wat is nu eigenlijk het probleem? Er is een restaurantje, waar we dan meteen maar een uitgebreide lunch met soep en een broodje nemen. En als we vanmiddag op tijd bij de camping zijn, heeft die misschien nog wel een winkeltje waar we iets kunnen halen. Ook hebben we nog eten zat in de rugzak: hardkecks, boeren omeletmix, een pastamaaltijd en mueslirepen. Ook daar kunnen we prima op lopen. Na Uffelte lopen we weer door het open landschap. We steken de Drentse Hoofdvaart en de Oude Vaart over, lopen langs prachtige hooilanden, langs sloten vol kikkers en langs leuke boerderijen om tenslotte nog een stukje bos mee te pakken en met zere voeten te eindigen op een camping ten noorden van Ruinen. Ja, met onze wandelconditie zit het wel goed, mijn rugzak zit alsof ik hem al vijftien jaar heb, maar mijn voeten hebben een probleem. Mijn tenen zijn kapotgeschuurd door een combinatie van te smalle schoenen en te warme voeten. Erg pijnlijk, maar helaas niet veel aan te doen. De winkel op de camping gaat pas een uur na onze aankomst open. Ze hebben nog een halfje brood liggen, wat we meteen maar meenemen, evenals een blikje cola. En ’s avonds eten we pizza op het terras van het campingrestaurant. Wat is dat toch afzien… dat wandelen.
Wanneer we ’s avonds gaan slapen, springt er een grote reebok uit de struiken de camping op. Geschrokken van de mensen die er de hele winter niet zijn geweest, is hij even snel weer verdwenen. ’s Nachts worden we wakker van een geluid naast de tent. Het malse voorjaarsgras is aantrekkelijk genoeg voor de reebok om terug te komen als de campinggasten slapen. We durven niet te gaan kijken, want bij het minste geluid zal de reebok toch weer verdwenen zijn.
De vierde dag begint met een bezoek aan Ruinen, waar we een kop koffie drinken. Er staan nogal wat oude boerderijen te koop. De meesten daarvan zijn erg oud en vervallen. De bijbehorende schuren staan amper meer overeind. Na Ruinen lopen we door het kleinschalige cultuurlandschap van Engeland en langs de molen De Zaandplatte. De route van het Drenthepad volgt een vier kilometer lang recht zandpad dwars over de Dwingelose Heide. De heidestruiken langs het pad zitten vol met grote zwarte-rode harige rupsen en de heide en jonge loofbomen zijn behoorlijk aangevreten. Het is ons al vaker opgevallen tijdens deze tocht dat er rupsen in overvloed zijn en dat op sommige plekken in het bos de bomen vrijwel kaal gegeten zijn. Het is vreemd om begin mei kale bomen te zienstaan, terwijl op andere plekken het bos vol in het groene blad staat.
Tegen de tijd dat we de heide verlaten begint het te regenen. De eerste regen in dagen. Niet zo leuk voor ons, maar het bos wordt er mooier en stiller van. We komen op tijd aan bij het natuurkampeerterrein Lheederzand. Een prachtig, rustig terrein, waar we tussen de buien door onze natte kleding drogen en een pastamaaltijd koken. Vanavond gaan we vroeg slapen, want in de regen kun je toch niet buiten zitten.
Wanneer de laatste dag is aangebroken is het verleidelijk om nog een extra dag op het natuurkampeerterrein te blijven. We hebben nog een vrije dag, maar we zullen wel boodschappen moeten halen. We besluiten uiteindelijk toch maar naar de auto te lopen. Ik vind het nooit leuk om weer naar huis te gaan en ben in niet meer in staat te genieten van de laatste wandeldag. Het doel is immers al bereikt. Gelukkig gaat de route langs open berkenbos, jeneverbesstruiken en prachtige natte heidevelden met veenpluis, zodat ik bijna wel moet genieten van het mooie Drentse landschap. Ruim 70 kilometer hebben we gelopen met ieder een rugzak van 20 kg, zonder grote problemen of grote moeite. Dan moet Finland toch ook geen probleem zijn?
Saskia