logo
Home
Mooiste plekje
Finland
UKK National Park
Syöte National Park
Fotoalbum Finland
Drenthepad
Materiaal

Nationaal Park Syöte

Heel veel natuur op een paar vierkante kilometer.

De grond veert onder mijn voeten. Bij elke stap zak ik dieper weg in het veenmos. Langzaam druppelt er water in mijn linkerschoen. Het lopen wordt steeds zwaarder en dan voel ik hoe het water via de bovenkant mijn schoenen in loopt. Nog geen tien minuten na onze start zijn mijn voeten doorweekt.

Wanneer het pad ook niet meer zichtbaar is, blijf ik dicht bij een boompje staan. Moeten we echt deze kant op? Door het moeras heen? Dat kan toch niet? Bij het bezoekerscentrum vertelden ze dat de paden duidelijk bewegwijzerd en zeer goed begaanbaar zijn. Hier loopt niet eens meer echt een pad. We gaan terug naar de parkeerplaats en begrijpen dan dat we het verkeerde pad hebben genomen. Deze route door het moeras is een langlaufroute. Erg mooi als de grond bevroren is en er een dik pak sneeuw ligt, maar in de zomer is het een trilveen, drijvend op een laag water. Het wandelpad ligt iets westelijker en bestaat uit vele kilometers houten planken.

Na twee weken in Fins Lapland te hebben rondgereisd en gewandeld, eindigden we in de stad Oulu. Hoewel het geen enorm grote stad is, was de drukte ons teveel. We besloten onze laatste vakantiedagen door te brengen in het Nationaal Park Syöte (spreek uit: suu-eute) net ten zuiden van de poolcirkel op een uurtje rijden van de stad.

In het bezoekerscentrum kopen we bij een jonge mederwerker een wandelkaart. We vragen of hij nog informatie heeft over de flora en fauna in het Nationaal Park. Daar wordt hij enthousiast van en vertelt ons over de Sami, rendierboeren (oorspronkelijk geen Sami), beren, wolven, Siberische vliegende eekhoorns en korhoenders. Hij neemt ruim anderhalf uur de tijd om ons door het bezoekerscentrum te leiden. Pas wanneer er na anderhalf uur andere bezoekers komen, kunnen wij aan onze tocht beginnen. 

 

We wandelen over moerassen op de hellingen van de heuvels en door oude sparrenbossen op de drogere delen naast het trilveen. Het is eind augustus en de herfst is in aantocht. Hoewel de temperatuur in de zon erg aangenaam is, is het in de donkere sparrenbossen frisjes. De blaadjes van de bosbessenstruiken kleuren al rood. Het gras en een enkele berk zijn al geel. De zomers zijn hier kort en midden augustus al bijna voorbij. Het is de ideale tijd voor een wandeltocht, want muggen zijn er niet veel meer en het is laagseizoen. We komen niemand tegen en het voelt alsof we het hele park voor onszelf hebben.

In de namiddag komen we bij Toraslampi: een wildernishut met een vuurplaats aan een prachtig ven. We maken een vuur om water te koken en een maaltijd te bereiden. De bomen kleuren goud in het late zonlicht en achter de berg vandaan klinkt gehuil. Zijn het wolven of toch honden? 

’s Nachts worden we opgeschrikt door een hoop lawaai. Het klinkt alsof de hele hut met grof geweld wordt gesloopt. De hut blijft echter gewoon staan. Ik maak mezelf bang door te denken aan beren die op zoek naar voedsel, terwijl ik weet dat de beren in Scandinavië, in tegenstelling tot Noord-Amerika, erg schuw zijn en niet weten dat er bij mensen voedsel te halen is. De volgende ochtend zien we dat een van de palen van het hek naast de hut is verschoven. Er is een plukje haar achtergebleven en in de vochtige grond staat een prent van een hoef. Het lawaai kwam van een rendier dat net niet hoog genoeg over een houten hek sprong.

De volgende dag begint vrij rustig over een breed en vlak pad. Daarna gaat het echter flink omhoog, op weg naar een uitzichttoren. De zes kilometer omhoog lijken eindeloos te duren, omdat het pad bestaat uit ongelijke rotsen en boomwortels. De laatste kilometer zorgen de borden met geologische informatie voor afleiding. Elke 200 meter verandert het gesteente waar de berg uit bestaat. Het sparrenbos blijft echter gesloten tot op de top van de heuvel. Het beklimmen van de toren is des te meer de moeite waard. Het uitzicht laat typisch Finland zien: eindeloos ver heuvels met bossen met in het dal een moeras en een ven.

Wanneer we rond een uur of drie bij de hut Ahmatupa komen, besluiten we daar te blijven. Het is een luxe hut, die ’s winters ook dienst doet als bar voor langskomende toerskiërs. Wij genieten van het zonnetje op de veranda en kiezen binnen alvast de beste matrassen uit. Aan het eind van de middag komen er nog drie Duitsers en een Fins stel bij de hut. Volle bak dus, vannacht. Nou ja, voor de zomer dan, want ’s winters kunnen hier volgens het gastenboek wel 70 mensen per dag langs komen. De Duitsers vertellen die avond dat ze pas laat in de middag gestart zijn, omdat ze drie uur hebben doorgebracht in het bezoekerscentrum. De enthousiaste jongeman had ze een rondleiding gegeven.

De laatste dag gaan we omlaag langs een beekje. Eerst zien we een grote bonte specht. Vlakbij, maar net verscholen achter takken. Er staan tientallen verschillende soorten paddenstoelen langs het pad. Af en toe ruikt het bos aangenaam zoet; de geur van een naar anijs ruikende zwam. Voor de bosbessen stoppen we niet meer. Die hebben we al genoeg gegeten. Wel stoppen we voor de Arctische braam, een oranje braamachtige vrucht met een lekkere smaak. Het seizoen voor deze braam is eigenlijk al voorbij, dus we zijn al blij dat we hem een keer kunnen proeven. Wanneer we een korte stop maken, zien we een taigagaai in vlucht een klein vogeltje vangen. Dat gaaien aas eten, is geen nieuws, maar dat ze ook jagen, wisten ze ook in het bezoekerscentrum van Syöte Nationaal Park niet. Wel vertelde de jongeman dat hier een week eerder een vuilnisbak door een beer is leeggehaald. Voor het eerst in Finland, volgens hem. Ook in het uitgestrekte en dunbevolkte Finland wordt het leefgebied van dieren steeds meer verstoord…

 

Saskia, oktober 2009

 

retki.nl@gmail.com